Volgens de nieuwe eindtermen moeten leerlingen in staat zijn om computationeel te denken. Er wordt verwacht dat ze zoals een computer gaan nadenken.  Probleemoplossend denken op een logische manier. Bovendien is het in deze tijd ondenkbaar om geen technologische kennis te hebben nu dat het grootste deel van onze levens zich online afspelen en de lessen online worden beleefd. Niet iedereen moet een programmeur worden, maar iedereen kan en moet wel de basisprincipes kennen om te beseffen wat er mogelijk is met computers. Er wordt verwacht van leerlingen dat ze de vaardigheden ontwikkelen om logisch en abstract te denken, evalueren, exploreren, creëren, doorzetten en samen te werken.

Zo kan je bijvoorbeeld aan de hand van een algoritme leerlingen een probleem laten oplossen. De term algoritme wordt bij computationeel denken gedefinieerd als een geheel van instructies die je stapsgewijs uitvoert om een probleem op te lossen. 

Project algemene vakken

De leerlingen op een eigentijdse manier confronteren met vooroordelen en discriminatie. De leerlingen krijgen een instructiefiche met een stappenplan. Ze moeten om in te checken eerst een Googleforms invullen waar de vraag  'Ik heb nooit vooroordelen' wordt gesteld. In de volgende stap gaan ze individueel een interactief spel spelen 'Fair play'. Nadat ze het spel hebben gespeeld gaan ze zelf reflecteren over hun ervaring en beantwoorden ze een aantal korte vragen zoals waarom ze specifiek die persoon gekozen hadden als eerste keuze, waarom ze bepaalde woorden wel of niet kwetsend vonden. Vervolgens krijgen ze een evaluatieformulier en evalueren ze de werkvorm die ze aangeboden kregen. Om af te sluiten schrijven ze een conclusie of ze zichzelf beschouwen als een persoon met vooroordelen of niet met behulp van een schrijfkader.